Wist je het al? De Normerende Regeling Werkgebonden Personenmobiliteit komt eraan!
Het kabinet Rutte IV werkt aan de Normerende Regeling Werkgebonden Personenmobiliteit. Naar verwachting wordt die regeling 1 januari 2023 van kracht. De regeling komt voort uit het Klimaatakkoord en heeft als doel de CO2- uitstoot van zakelijke mobiliteit terug te dringen. De eisen die gesteld worden hebben flinke gevolgen voor werkgevers met meer dan honderd medewerkers. Zo moet er een jaarlijkse rapportage ingediend worden, met een overzicht van het woon-werk verkeer en de zakelijke mobiliteit in het voorgaande jaar. Maar nog niet alles over de nieuwe regeling is zeker. Wat weten we nu al wel over de normerende regeling?
De normerende regeling in het kort
- Verwachte ingangsdatum: 1 januari 2023
- Geldt enkel voor werkgevers met meer dan 100 werknemer
- Verplicht jaarlijks rapportage van zakelijke kilometers en woon-werk verkeer
- Concreet doel: zakelijke mobiliteit per werkgever mag gemiddeld in 2026 maximaal 96 gram per kilometer uitstoten
- Wellicht ook een CO2-norm per woon-werk kilometer in 2026
- Vanaf 2026 worden de eisen aangescherp
Voorbehoud:
Het wetsvoorstel voor de Normerende Regeling Werkgebonden Personenmobiliteit moet nog behandeld worden in de ministerraad. Daarna komt het naar verwachting in het tweede kwartaal van dit jaar in de Tweede Kamer. Volgens de huidige planning is het eerste jaar waarover gerapporteerd moet worden 2023.Maar het kan dus dat er wijzigingen komen of de regeling nog verder wordt uitgesteld.
De achtergrond van de Normerende Regeling Werkgebonden Personenmobiliteit
De Normerende Regeling Werkgebonden Personenmobiliteit volgt uit het Klimaatakkoord uit 2019. Daarbij is afgesproken om met een samenhangend pakket aan maatregelen te werken aan een reductie van 49% CO2-uitstoot in 2030, ten opzichte van 1990. Een van de maatregelen is het terugdringen van de CO2-uitstoot van werkgebonden personenmobiliteit. Daarvoor is een eis geformuleerd: deze zou tussen 2022 en 2030 1 megaton (1.000 miljoen kg.) omlaag moeten.
Woon-werk en zakelijke mobiliteit
Werkgebonden personenmobiliteit is verantwoordelijk voor 45% van de totale aan mobiliteit gerelateerde CO2-uitstoot in Nederland. Het bestaat uit twee delen: woon-werk mobiliteit (86%) en zakelijke mobiliteit (14%). De uitstoot veroorzaakt door woon-werk mobiliteit is dus meer dan zes keer zo hoog als door zakelijke mobiliteit. In 2017 was de totale CO2- uitstoot in de werkgebonden personenmobiliteit 8,4 megaton.
De genoemde CO2-reductie van 1 megaton komt daarmee neer op zo’n 12% van de totale CO2-uitstoot door werkgebonden personenmobiliteit.
Verantwoordelijkheid werkgever
Om die reductie te behalen komt er dus een normerende regeling voor werkgevers met meer dan honderd werknemers. Deze regeling wil werkgevers bewust maken van hun verantwoordelijkheid en de mogelijkheden om zelf de CO2-uitstoot terug te brengen. Daarbij mag elke werkgever zelf bepalen hoe dat wordt aangepakt. De regeling legt een verplichting op, maar wil werkgevers vooral ook stimuleren hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Voor wie geldt de Normerende Regeling Werkgebonden Personenmobiliteit?
De regeling geldt voor werkgevers met meer dan honderd werknemers. De peildatum is 1 januari van het jaar waarover moet worden gerapporteerd. Door de grens bij 100+ te leggen valt maar een half procent van de Nederlandse werkgevers onder de regeling. Zij zijn wel verantwoordelijk voor 61% van de werknemers.
Bij het bepalen van het aantal werknemers tellen inhuurkrachten, vrijwilligers of gedetacheerden niet mee voor het bedrijf dat ze inhuurt.
Welke eisen stelt de normerende regeling?
In de Normerende Regeling Persoonsgebonden Mobiliteit worden normen vastgesteld voor een maximaal aantal gram CO2-uitstoot per gereisde kilometer in zakelijk en woon-werk verkeer. Dat betekent dat er ook een jaarlijkse rapportage moet komen.
De gemiddelde CO2-uitstoot van de zakelijke personenkilometers per werkgever mag per 1 januari 2026 niet hoger zijn dan 96 gram per kilometer. Deze norm wordt in eerste instantie alleen vastgesteld voor 2026. Wellicht komt er later een nieuwe norm voor 2030 en eventueel daarna. In de vierjaarlijkse cyclus van het aanscherpen van de norm wordt rekening gehouden met de terugverdientijd van te nemen maatregelen.
Bij de berekening van de uitstoot per kilometer moet de werkgever uitgaan van het totaal aantal zakelijke reizigerskilometers in 2023. Daarbij moeten alle gereisde zakelijke personenkilometers binnen Nederland over alle modaliteiten worden meegerekend: auto, trein, bus, tram, metro, fiets, lopend.
Bij een krimp of groei van het aantal werknemers met meer dan 5% over de vier jaar moet de normuitstoot voor 2026 en 2030 gecorrigeerd worden. Dat kan zowel omhoog als omlaag, met hetzelfde percentage als de groei of krimp van het aantal werknemers.
Voorbeeld
In een organisatie worden in 2023 2.500.000 zakelijke kilometers afgelegd. Dit is de som van de kilometers door werknemers gereden met lease- of bedrijfsauto’s, zakelijke mobiliteitskaarten of met eigen vervoer (auto, OV of fiets) tegen kilometervergoeding.
De rekentool (onderdeel van de jaarlijkse rapportage) berekent per vervoermiddel de CO2-uitstoot van deze zakelijke kilometers. Dat blijkt in totaal 287.500 kilogram te zijn, ofwel gemiddeld 115 gram CO2 per gereisde kilometer.
De norm voor 2026 is 96 gram CO2. De maximaal toegestane uitstoot voor deze werkgever komt op 2.400.000 kilogram. De werkgever zit in 2023 dus 47.500 kilogram boven de norm. Deze hoeveelheid moet hij binnen drie jaar reduceren.
Woon-werk mobiliteit 2026
In 2026 komt er naar alle waarschijnlijkheid ook een norm voor woon-werkmobiliteit. Wel wordt het al meteen bij het ingaan van de normerende regeling in 2023 verplicht om de woon-werk mobiliteit via de jaarlijkse rapportage te registreren. Op basis van deze gegevens stelt de wetgever in 2026 mogelijk alsnog een norm vast voor de CO2-uitstoot van woon-werk mobiliteit.
Jaarlijkse rapportage
Jaarlijks wordt door de werkgever een rapportage verstrekt met de volgende gegevens over het aan die datum voorafgaande kalenderjaar:
- Het aantal werknemers
- De resultaten van de berekening van de CO2- uitstoot, en de gegevens die de grondslag vormen voor die berekening
- Al genomen maatregelen (voorlopig alleen bij zakelijke mobiliteit).
Rapportagesysteem
Voor de jaarlijkse rapportage wordt een centraal, digitaal rapportagesysteem beschikbaar gesteld. Dit systeem wordt beheerd door de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland. Het is niet verplicht om dit rapportagesysteem te gebruiken. De werkgever mag ook rapporteren in een zelfgekozen vorm, zolang het maar voldoet aan de hierboven omschreven eisen.
De jaarlijkse rapportage heeft vier doelen
- Vaststellen of aan de norm zakelijke mobiliteit wordt voldaan (elke vier jaar)
- Data verzamelen over het doelbereik van de regeling (monitoring)
- Data verzamelen om in 2026 de norm woon-werk mobiliteit inhoudelijk in te vullen en de norm voor zakelijke mobiliteit aan te passen
- De werkgever in de terugkoppeling te helpen met suggesties om de CO2- uitstoot terug te dringen.
Hoe verlopen toezicht en handhaving?
De omgevingsdiensten houden toezicht op de rapportages en naleving van de regels.
Naar verwachting is het traject van toezicht en handhaving voor een groot deel administratief, dus zonder locatiebezoek.
Controle
De omgevingsdienst controleert jaarlijks of de werkgever voor 30 april de rapportage heeft ingediend over het voorgaande kalenderjaar. Daarnaast wordt gecontroleerd of de rapportage voldoet aan de kwaliteitseisen. Deze controle vindt geautomatiseerd plaats. Daarnaast vinden steekproefsgewijs handmatige controles plaats. Het doel is om de werkgever binnen een maand na het indienen van de rapportage te laten weten of aan de verplichting is voldaan. Bij ernstige twijfels over de betrouwbaarheid van de data kan de werkgever gecontroleerd worden op basis van zijn administratie.
Dwangsom
Als de werkgever ook na herinneringen niet tijdig aan de rapportageplicht voldoet, kan een dwangsom worden opgelegd. Dat kan als er geen rapportage wordt ingeleverd, maar ook als de rapportage niet voldoet aan de basiseisen. De dwangsom kan bijvoorbeeld ook worden opgelegd als de omgevingsdienst twijfelt of de opgegeven data wel kloppen.
Privacy
Het berekenen van de CO2-uitstoot bij zakelijke en woon- werkmobiliteit vergt reisdata van werknemers. Het is niet de bedoeling dat de werkgever een volgsysteem van elke medewerker opzet. Bij de controle van de jaarlijkse rapportages zal ook nooit om persoonsgegevens worden gevraagd.
Hoe breng je de CO2 uitstoot omlaag?
De wet heeft hier geen voorschriften. Het staat de werkgever vrij om zelf te bepalen hoe de CO2-uitstoot omlaag wordt gebracht. In grote lijnen is winst te behalen door deze drie punten.
- Minder reizen. Minder zakelijke kilometers maken. Bijvoorbeeld door meer afspraken virtueel te laten plaatsvinden of een betere planning van de ritten.
- Anders reizen. Door ritten per auto te vervangen doorhet OV, (elektrisch) fietsen en lopen.
- Schoner reizen. Dit kan bijvoorbeeld door het vervangen van auto’s op benzine en diesel door elektrische auto’s. Dat is te bereiken door onder meer vergroening van het lease- wagenpark en een aangepaste kilometervergoeding voor schonere auto’s.
Hulp nodig? Wij helpen je kosteloos!
Wat kun je verwachten van ons advies voor jouw organisatie:
- Krijg inzicht in en overzicht van het totale woon-werkverkeer
- Ontdek samen met een van ons mobiliteitsexperts de verbeterpunten
- Ontvang concreet advies over welke mobiliteitsoplossingen bij jullie aansluiten
- Creëer intern draagkracht met behulp van workshops van een mobiliteitsexpert
- Maak samen met een mobiliteitsexpert een mobiliteitsverbeterplan
- Maak jouw organisatie Hybride en klaar voor de toekomst
Bijna 300 grote organisaties gingen je al voor.
Wil je weten hoe Breikers jouw mobiliteit schoner, slimmer en goedkoper kan maken?