Gemeente Haarlemmermeer gaat toe naar een soepel vervoerplan dat past bij flexibel en activiteitgericht werken

De gemeente Haarlemmermeer wil het mobiliteitsbeleid vernieuwen. Daarvoor heeft de organisatie, nu nog gevestigd in het Raadhuis te Hoofddorp, verschillende redenen. “De voornaamste is dat ons beleid al twintig jaar ongewijzigd is. Het werd tijd voor een nieuwe visie”, vertelt Yos Hopman, beleidsmedewerker bij HRM.

Voorjaar 2021 schakelde de gemeente Haarlemmermeer Breikers in om mee te denken over een nieuw mobiliteitsbeleid. Yos: “Ons bedrijfsvervoerplan dateert uit 2001. Al is het oude plan wel al heel ‘groen’, na twintig jaar werd het tijd om het beleid te herzien”, vertelt Yos. “Groen omdat we een tegemoetkoming geven voor openbaar vervoer en voor de fiets en alleen in uitzonderlijke gevallen voor autogebruik. Reis ikzelf bijvoorbeeld met mijn auto naar onze locatie op het Raadhuisplein, dan wordt mijn autorit niet vergoed en betaal ik ook zelf de parkeerkosten. Fiets ik de rit van 16 kilometer, dan word ik wel gecompenseerd. Mooie bijkomstigheid; mijn work out voor die dag heb ik er gelijk opzitten.”

Kantorenpark Beukenhorst
Voor de gemeente Haarlemmermeer staan twee verhuizingen op de planning. Het Raadhuis aan het Raadhuisplein wordt met de grond gelijkgemaakt. Daarvoor in de plaats wordt, op dezelfde locatie, een toekomstbestendig gebouw neergezet. Tijdens de drie jaar durende nieuwbouw zal de organisatie met ruim 1200 medewerkers ondergebracht worden in een al bestaande locatie in het centrum van Hoofddorp (de Polderlanden) en in een tijdelijke huisvesting op het kantorenpark Beukenhorst, bedrijventerrein Park 20|20 in Hoofddorp. Yos: “Begin 2022 zal de verhuizing naar Beukenhorst plaatsvinden. Een tijdelijke locatie met minder werkplekken en waar ook een beperkt aantal parkeerplaatsen zijn. De meesten van ons zullen niet bij de tijdelijke locatie kunnen parkeren. Wie toch met de auto komt, kan voor €17,50 per dag zijn auto kwijt in de parkeergarage. In het centrum parkeren kan ook, dan ben je minder duur uit, maar moet je wel een klein half uurtje lopen of de bus pakken. Wanneer ik niet fiets, pak ik ook wel eens mijn auto, maar dat is straks verleden tijd. Voor mij is het dus een goede stok achter de deur om de fiets of het OV te pakken. Bus 300 stopt voor de deur van de tijdelijke huisvesting, dus wanneer het regent, blijft mijn fiets in de schuur.”

Samenwerkingsovereenkomst
De vraag die de gemeente aan Breikers stelde was: hoe kunnen we ons bedrijfsvervoerplan aanpassen binnen de huidige omstandigheden en passend bij deze tijd waarin duurzaamheid een belangrijke rol speelt? Yos: “Natuurlijk spelen de twee verhuizingen mee, maar een net zo’n belangrijke reden voor het maken van een nieuw mobiliteitsbeleid is het feit dat we onze vervoersbewegingen willen spreiden waar mogelijk, onze CO2-uitstoot willen verminderen, gebruik van openbaar vervoer en fiets willen stimuleren en in willen zetten op vitalere werknemers. Doel is dat ons nieuwe bedrijfsvervoerplan rekening houdt met al deze zaken. Daarom hebben we immers ook de Samenwerkingsovereenkomst getekend. Ons nieuwe mobiliteitsbeleid moet een bijdrage leveren aan al deze doelstellingen.”

Enorm fietspotentieel
En dat is mogelijk aldus Yos. “Dit werd heel duidelijk tijdens de Mobility Analist die Paul Hoffschult, consultant van Breikers, voor ons maakte. Nadat we alle postcodes hadden ingevuld, zagen we dat 800 van de 1200 medewerkers binnen een straal van twintig kilometer van werk wonen. Dat is een enorm fietspotentieel. Rekening houdend met het gebruik van de e-bike voor de wat langere afstanden. Om medewerkers te stimuleren de auto te laten staan, gaan we kijken of we de vergoeding voor fiets- en OV-gebruik kunnen verhogen.”

‘Aanlandplekken’
Zowel op de tijdelijke locatie als in het vernieuwde gemeentehuis dat op de huidige locatie wordt gebouwd, zullen er minder werkplekken zijn. Tijdens het maken van het nieuwe beleid wordt ook daar rekening mee gehouden. “We gaan activiteitgericht werken. Dit houdt in dat we gaan kijken naar de werkzaamheden van de medewerker en vervolgens naar wat de best passende werkplek is om deze werkzaamheden uit te voeren”, legt Yos uit. “Op onze nieuwe locatie bevinden zich open ruimtes met onder andere reguliere werkplekken, concentratieruimtes en ‘aanlandplekken’. Dit laatste is een ruimte waar je tussen twee afspraken door bijvoorbeeld even je mail kunt checken. Moet je geconcentreerd werken en zijn je buren aan het verbouwen, kom dan gerust naar kantoor. Heb je een afspraak waarbij je mensen graag in de ogen kijkt, dan doe je dat ook op kantoor. Werk waar het werkt, thuis of op kantoor.”

Reisgedrag is gewoontegedrag
In november heeft Yos een Platformbijeenkomst bijgewoond. Tijdens deze bijeenkomst waren verschillende bedrijven uitgenodigd. “Dit was voor ons echt een waardevolle meeting”, vertelt Yos. “Het thema deze dag was gedragsverandering. Een belangrijk onderwerp, want hoe krijg je die verstokte automobilist uit zijn geliefde wagen? Reisgedrag is gewoontegedrag. Hoe krijg je deze groep op een ander spoor? Hoe stimuleer je deze automobilist om op de fiets te stappen of meer het openbaar vervoer te gebruiken? Van elkaar kan je leren.”

Kennis en inzicht
Wat heeft Paul Hoffschult voor de gemeente Haarlemmermeer kunnen betekenen? “De Mobility Analyst van Paul heeft ons enorm geholpen. Ook heeft Paul het gesprek in de werkgroep begeleid en zijn ervaringen en inzichten met ons gedeeld. Breikers weet wat er in het land speelt, spreekt veel andere werkgevers. De kennis die Paul met ons deelde, dat is de toegevoegde waarde. En fijn dat we door Breikers in contact zijn gekomen met andere bedrijven om zo ideeën over mobiliteitsvraagstukken uit te wisselen.”

Flexibel bedrijfsvervoerplan
Het nieuwe beleid is nog in ontwikkeling, maar Yos verwacht geen grote veranderingen. De autoritten werden in het oude beleid immers al niet vergoed. Na het invoeren van het nieuwe beleid kan men per dag beslissen hoe men reist. Yos: “Een flexibel bedrijfsvervoerplan passend bij activiteitgericht werken wat ook weer flexibiliteit vraagt. We kunnen niet anders; een star vervoerplan past niet bij activiteitgericht werken en ook niet bij deze tijd.”